De syntaxis van JavaScript
Statements
Het volgende codefragment is een volkomen geldig JavaScript-programma:<script>
document.getElementById("divResult").innerHTML = "Hello World!";
</script>
Dit script bestaat uit één statement. Statements kan je beschouwen als opdrachten aan de JavaScript-runtime. In het geval van een webomgeving is dat de browser.
Structuur van statements
- Elk statement afsluiten met een puntkomma.
- Statements mogen net zoals in HTML voor de leesbaarheid over meerdere regels verdeelt worden.
- JavaScript negeert eventuele regelovergangen en inspringen.
Hoofdletters en kleine letters
- JavaScript is hoofdletter gevoelig. (case sensitive)
- Dit geldt voor gereserveerde woorden (keywords) maar ook voor eigengemaakte functies en variabelen.
Werken met variabelen
Variabelen worden gebruikt om bepaalde gegevens te onthouden zodat ze later gebruikt kunnen worden. Variabelen hebben altijd een naam. Nadat je een variabele hebt gedeclareerd, refereer je aan de naam van de variabele om de waarde van die variabele te gebruiken.var a = 10; //verouderd maar werkt nog wel
let a = 10; // De waarde van a kan wijzigen
const a = 10; // De waarde van a staat vast (constante)
Dit statement maakt een variabele met de naam a met waarde 10.
var, let of const
De waarde van een variabele die met let wordt gemaakt, wordt opgeruimd als het blok code waarin de variabele staat is afgelopen. (block scope) Traditionele variabelen hebben een function scope. Het wordt aangeraden var nog zo min mogelijk te gebruiken.Maak variabelen het liefst met const, alleen als een waarde van een variabele expliciet moet wijzigen binnen de code wordt let gebruikt. (bijvoorbeeld in een loop)
De naamgeving van variabelen
Alle variabelen hebben een naam (identifier) om de waarde te kunnen bereiken.Regels
- Het eerste teken van een variabelenaam moet een letter of een underscore zijn.
- De naam mag alle letters van het alfabet bevatten, hoofd- en kleine letters.
- Ook getallen 0-9 mogen in de naam voorkomen.
- Namen mogen geen spaties of andere leestekens bevatten.
- De naam mag onbeperkt lang zijn, maar moet wel op één tekstregel passen. (het is niet aan te raden om lange namen te gebruiken)
- Gereserveerde woorden of keywords kunnen niet als variabele naam gebruikt worden. (bijv. false, return, if etc.)
volledigeNaam = voorNaam + " " + achterNaam;
is beter leesbaar dan
nm = vn + " " + an;
Variabelen in lussen
Voor teller variabelen in lussen wordt wel een hele korte naam gebruikt, zoals i, j of k.
Gegevenstypen
- primitieve typen
- complexe- of objecttypen
Primitieve- of enkelvoudige gegevenstypen
Getallen (numbers) Elk willekeurig nummer, zoals interger (gehele getallen) en zwevendekommagetallen (floating point). Binnen JavaScript hebben deze geen aparte typen.Tekenreeksen (strings) Strings zijn tekenreeksen die tussen enkele of dubbele aanhalingstekens staan.
Logisch waarden (booleans) Waar (true) of Onwaar (false)
Null (null) De waarde null wordt voorgesteld als het keyword null. Het is de waarde van een ongedefinieerde variabele. Let op: null is niet gelijk aan 0 (het cijfer nul). Het is letterlijk niets.
NaN (Not a Number) Dit is de waarde die sommige functies teruggeven als ze een nummer verwachten maar niet krijgen.
undefined Als een variabele nog niet is gedeclareerd of als een functie niks retourneert.
Numbers
Getallen kunnen integer of floating-point zijn. Als je met getallen wilt gaan werken moet je er rekening mee houden dat de browser een getypte waarde altijd als sting terug geeft, je moet dan de string eerst omzetten naar een getal.- parseInt(waarde) Zet de parameter waarde om naar een geheel getal(integer). Als de waarde niet naar een integer kan worden omgezet wordt NaN teruggegeven.
- paseFloat(waarde) Zet de parameter waarde om naar een gebroken getal(floating-point). Als de waarde niet naar een floating-point kan worden omgezet wordt NaN teruggegeven.